Mensenoffers in Hawaï (9)

Net als in Tahiti werden ook in Hawaï mensenoffers gebracht.

Terechtsteling. getekend door Jacques Arago rond 1819, met een Hawaïaans mensenoffer.dat met een knuppel werd afgemaakt.

Chefs leidden de ceremonies waar mensen werden geofferd. James Cook was in Tahiti getuige van een mensenoffer in september 1777. Het werd tot in detail beschreven door William Anderson. “Bij bepaalde gelegenheden, maar vooral bij oorlogsvoering, zoals in het geval dat we zagen, en in tijden van grote schaarste die zich hier soms voordoet, raadpleegt de priester hun god, vraagt hij zijn hulp …. en (zegt) dat het noodzakelijk is om een man bij die gelegenheid te offeren …. Als men beslist heeft welke man, wordt hij op bevel plotseling gedood, hetzij met een knuppel of door steniging. (…).

We konden het lichaam niet zien, omdat het in de lengte aan een soort paaltje was bevestigd met wat cacaobladeren[1] eroverheen, maar ze ontdekten het nadat de priester tien minuten lang enkele zinnen had herhaald …. De priester zat op een kleine afstand van de voeten …. hij leek vaak met de overledene te praten, tot wie hij zich voortdurend richtte en soms verschillende vragen stelde die schijnbaar betrekking hadden op de gepastheid van zijn terechtstelling … hij vroeg hem om Morea, het opperhoofd dat Maheine heet, de varkens, vrouwen en andere zaken van het eiland in hun handen, te bevrijden, wat inderdaad de uitdrukkelijke bedoeling van het offer was …. er werd door twee mannen een gat gegraven van ongeveer twee voet diep, waarna ze er het lichaam met een air van grote onverschilligheid ingooiden en het bedekten met aarde en stenen.” (Cook, Journals III, 2, 978-84) + illustratie mensenoffer Cook (Bellwood p.80)

Eén van de laatste bekende mensenoffers was dat van Kalanikūpule die militair verslagen was in de slag van de Nuʻuanu Valley door Kamehameha I. Deze offerde hem in 1795.

Het laatst bekende mensenoffer was dat van Kanihonui, een jonge man die het taboe had gebroken dat rustte op de vrouw van Kamehameha I, koningin Kaʻahumanu, in 1809. Zijwas bekend om haar schoonheid schoonheid. De koning stelde een wet op waarbij een man die probeerde haar te benaderen de doodstraf kreeg. Hij voorzag geen straf tegen haar. In 1809 waren ze vierendertig jaar gehuwd. Zij was bijna vijftig jaar oud. Ze had een minnaar, Kanihonui, een knappe jongen van 19. Kaʻahumanu zou hem verleid hebben toen ze dronken was. Hij was de zoon van Kamehameha’s halfzus. Kamehameha en Kaʻahumanu hadden hem opgevoed. De affaire werd ontdekt en ondanks de bloedverwantschap werd de jonge man terecht gesteld voor het plegen van overspel.

De koningin had daar veel verdriet over. Dat kan er mee toe geleid hebben dat, na de dood van de koning in 1819, zij het taboesysteem afschafte dat leidde tot dergelijke mensenoffers.

Een concreet voorbeeld van meerdere mensenoffers. “Toen Kamehameha in 1804 op weg was van Hawaï om Kauai binnen te vallen, stopte hij in Oahu met een leger van achtduizend man. De gele koorts brak uit onder de troepen, en in de loop van een paar dagen veegde die meer dan tweederde van hen weg. Tijdens deze plaag herstelde de koning zich in Wytiti aan de grote marae (heilige plaats), om zich met de god, die boos moest, te verzoenen.

De priesters raadden een tiendaags taboe aan, het offer van drie menselijke slachtoffers, vierhonderd varkens, evenveel kokosnoten, en een gelijk aantal takken bakbananen. Drie mannen, die zich schuldig hadden gemaakt aan de enorme schande van het eten van kokosnoten met de oude koningin, werden gevangen genomen en naar de marae geleid.

“Maar omdat de offers nog drie dagen op zich lieten wachten, werden de ogen van de slachtoffers uitgestoken, de botten van hun armen en benen werden gebroken en ze werden in een huis gevangen gehouden, in afwachting van de coup de grace op de dag van de opoffering.”

Terwijl deze verminkte en ellendige wezens op het hoogtepunt van hun lijden waren, bezochten sommige personen, bewogen door nieuwsgierigheid, hen in de gevangenis en vonden hen noch razend, noch verachtelijk, maar ze zongen de nationale huru (hymne) – saai als het gebrom van een doedelzak, en nauwelijks meer veranderlijk – alsof ze ongevoelig waren voor het verleden, en onverschillig voor de toekomst.
Toen de tijd van hun slachting aanbrak, werd een van hen onder de poten van het afgodsbeeld geplaatst, en de andere twee werden, met de varkens en de vruchten, op het altaarkozijn gelegd. Ze werden dan met knotsen op de schouders geslagen tot ze stierven onder de klappen.

Dit werd ons verteld door een ooggetuige van het moorddadige spektakel. En zo doden de mensen elkaar, en denken dat ze God dienstbaar zijn.” (Dagboek van Tyerman en Bennet, 1832)”[2]

Mensenoffer in Tahiti.  
In het midden het slachtoffer. Achter het lijk delven twee mannen en graf. Op een platform liggen twee honden en drie varkens die geofferd werden. Rechts James Cook en enkele van zijn officieren. In het midden op de achtergrond liggen schedels. Uit de editie van 1815 van ‘Cook’s Voyages’. Tekening van John Webber, Oct.1777
Otoo [Tu], with Captain Cook, another officer [William Anderson], and Omai,


[1] ‘cocoa leaves’ in de tekst van James Cook. Letterlijk vertaald zouden dit cacaobladeren zijn. Omdat deze toen voor zover geweten is nog niet in Oceanië voorkwamen en verwarring over het woord cacao bekend is (Zie: Waarom zeggen wij cacao, maar de Engelsen cocoa? www.kijkmagazine.nl/mens/cacao-engelsen-cocoa/ ). Waarschijnlijk waren het bladeren van een kokosnootboom.

[2] February 5, 2016 by Peter T. Young, Possibly the Last Human Sacrifice. (In Hawaï)
Journal of Voyages and Travels by the Rev. Daniel Tyerman and George Bennet, Esq: Deputed from the London Missionary Society, to Visit Their Various Stations in the South Sea Islands, China, India, &c. Between the Years 1821 and 1829. Verschenen in 1832.

Dr. Marc Vermeersch – marc.vermeersch@gmail.com

De oorsprong van ideologie en religie
Mensenoffers in vroege landbouwstaten (1) oudste voorbeelden
Mensenoffers in vroege landbouwstaten (2) Europa, China en de Inca’s
Mensenoffers in vroege landbouwstaten (3) Maya’s en Azteken
Mensenoffers in vroege landbouwstaten (4) Jezus

Mensenoffers (6) verklaring en redenen
Mensenoffers (7) Tahiti
Mensenoffers (8) in Korea

Over marc vermeersch

Sedert 2002 werk ik aan een "geschiedenis van de mens". In 2008 verschenen twee boeken over jagers en verzamelaars. in 2012 verscheen het boek van mijn doctoraat. Boek 3 over het ontstaan van landbouw en veeteelt in Zuidwest-Azië verscheen in oktober 2014. De volgende jaren werk ik aan Boek 4 over landbouw en veeteelt in China, Amerika en Nieuw-Guinea.
Dit bericht werd geplaatst in mensenoffers. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie