Bespreking van ‘Het verhaal van Vlaanderen’, Aflevering 1. ( C)

Kunnen vrouwen met boog en pijl schieten?


8. Amazonië. De Amazone Spelen. (73) Amazon games | SLICE l Full documentary – YouTube

(Minuut 33 van de video) In een wedstrijd schieten met boog en pijl staan 29 van de beste Indiaanse schutters tegenover elkaar. Ze moeten mikken op de tekening van een grote vis proberen raken. Zo verdient men punten. Er doet – buiten competitie- slechts één vrouw mee. Ze ziet er fors uit met een flink lijf en bovenarmen. Ze zal de enige zijn die het oog van de vis (60 punten) raakt. Een deelnemer zegt dat hij nog nooit een vrouw met boog en pijl heeft zien schieten. Een vrouw die in een fysieke competitie verschijnt en alle mannen vloert. Je ziet het niet elke dag. Dit voorbeeld bewijst dat vrouwen even goede jagers zouden kunnen zijn als mannen. Waarom namen vrouwen dan bij jagers en verzamelaars zelden deel aan de jacht? Ja, wel om dieren op te jagen naar een net. Bv. bij de Shoshone Indianen in de VSA of de pygmeeën in Kongo. De uitleg is voor Westerse wokers quasi onbegrijpelijk. Ik las ooit dat de man van een Eskimokoppel was omgekomen. De vrouw stond er alleen voor en moest de taken van haar man voor minstens een paar maanden opnemen. Tot de koudste periode van het jaar voorbij. Ze moest dus ook jagen om voldoende voedsel te bekomen voor haar en haar kinderen. Ze slaagde daarin en haalde de lente toen ze contact kon maken met andere Eskimo’s.
Tijdens de evolutie van de mens was een van zijn belangrijkste nieuwe ontwikkelingen: gesproken taal, grotere hersenen, sociale intelligentie, werktuigen maken en Theory of Mind. De mens accumuleerde kennis. Het werd een noodzaak om die kennis door te geven. In tegenstelling tot zijn naaste verwanten de Pan, ontwikkelde de mensheid een samenlevingspatroon dat gebaseerd was op het koppel. Daarbij ontwikkelde zich de liefde tussen man en vrouw die bij de mens sterk ontwikkeld werd maar bij zijn naaste verwanten, chimpansees en bonobo’s (Pan), nauwelijks bestaat al hebben deze laatsten veel seks.
Mensenkinderen hebben in vergelijking met hun nauwste verwanten een kindertijd die 5 à 6 jaar langer is en bij Homo sapiens langer dan bij Neanderthalensis. Gedurende heel hun jong leven leren mensenkinderen intensief. Zij zullen pas laat productief worden in jagen en verzamelen maar dan tussen hun 20ste en 40ste jaar een zeer hoge productiviteit halen, zowel mannen (voornamelijk als jagers) en vrouwen (voornamelijk verzamelaarsters). Beide vormde een eenheid met een sterke taakverdeling, het koppel. Vrouwen konden beter verzamelen dan de Pan o.a. omdat ze graafstokken (een van de oudste werktuigen van de mensheid) gebruikten om wortels en knollen op te graven. Voedsel dat Pan niet benutten. Mannen gebruikten werktuigen bij de jacht. Aanvankelijk om kleine dieren te vangen, aas te eten, later om met speren actief te jagen.

Taakverdeling hield ook in dat mannen de verdediging van het koppel, van de groep, waarin ze leefden, opnamen. De grootste vijand van de mens waren andere mensen. Een groep moest verdedigd worden als ze niet het risico wilde lopen uitgeroeid te worden. Bij menselijke jagers en verzamelaars was het aantal mannen dat een gewelddadige dood stierf maar een beetje lager dan bij chimpansees.

Een andere reden waarom vrouwen zo goed als altijd niet deelnamen aan de jacht was dat ze tegelijk voedsel verzamelden en op de kinderen pasten. Zwangere vrouwen waren na een tijd ook niet meer in staat om te jagen. De ontwikkeling van het koppel bij de mens had een belangrijke verhoging van hun productiviteit tot gevolg door specialisatie vrouwen voornamelijk door verzamelen, mannen voornamelijk door jagen. In tegenstelling tot Pan, gorilla’s en orang-oetans hadden de vaders een belangrijke rol bij de opvoeding van kinderen. Mensenkinderen kregen zo van bij hun geboorte een bi-culturele opvoeding (in de zin dat de cultuur van vaders en moeders kon doorgegeven worden), een groot voordeel.

Dr. Marc Vermeersch   marc.vermeersch@gmail.com

Zie ook:
Bespreking van ‘Het verhaal van Vlaanderen’, Aflevering 1. (A)

Bespreking van ‘Het verhaal van Vlaanderen’, Aflevering 1. (B)

Over marc vermeersch

Sedert 2002 werk ik aan een "geschiedenis van de mens". In 2008 verschenen twee boeken over jagers en verzamelaars. in 2012 verscheen het boek van mijn doctoraat. Boek 3 over het ontstaan van landbouw en veeteelt in Zuidwest-Azië verscheen in oktober 2014. De volgende jaren werk ik aan Boek 4 over landbouw en veeteelt in China, Amerika en Nieuw-Guinea.
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

6 reacties op Bespreking van ‘Het verhaal van Vlaanderen’, Aflevering 1. ( C)

  1. Armand Sermon zegt:

    Marc. Ik denk dat je in deze tekst te veel nadruk legt op het koppel man-vrouw terwijl je in de vorige bijdrage toch verwijst naar het belang van de groep. Taken zoals jagen, voedsel verzamelen en bereiden, kinderen opvoeden waren groepsactiviteiten (zie ook het belang van de oudere vrouw). Over de beperkingen van vrijheid bij seksuele relaties bestaan er verschillende meningen. Over de noodzaak tot agressie bij jagers-vezamelaars bestaan er ook verschillende meningen. Gezien er weinig bezit was en leefruimte genoeg, zou er alleen in noodgevallen tot geweld tussen de verschillende groepen worden overgegaan. Door het uitwisselen van groepsleden, clanleden, met in de omgeving levende groepen, clans, groeit er met deze een vorm van verwantschap. Door exogamie behoren vaders en moeders tot verschillende clans, zo ook de uitgehuwelijkte zoons of dochters. Geweld is dan geweld tegen verwante groepen.

    • Dag Armand,
      Het was deze tekst, zoals je ziet teruggevonden.
      Ik denk dat de samenwerking man-vrouw vandaag sterk onderschat wordt, ook omdat zowat 80% van alle relaties man-vrouw tot scheiding leiden.
      Kinderen werden in de eerste plaats door hun ouders opgevoed, dan door ruimere familie waaronder grootouders, oms en tantes belangrijk waren. dan door allo-ouders en de groep waarmee men leefde. De meeste groepen j&v bestonden uit 15 tot 30 mensen, uitzonderlijk meer.
      Ik heb dat uitgewerkt in mijn eerste twee boeken.
      Ook geweld dat bij j&v niet veel afweek van dat bij chimps maar toch minder was o.a. omdat men huwelijkspartners zocht buiten de eigen verwanten. Geweld was, net als bij chimps vaak ook geweld tegen verwanten.

      • armand.sermon@skynet.be zegt:

        Bj jagers-verzamelaars en weinig gestructureerd groepen landbouwers vond men de aanspreking moeder en vader als benaming voor alle volwassenen en broer of zuster voor alle kinderen van de groep.

      • Juist, dat heb ik ook vermeld in mijn boeken.
        Ook dat sociaal vaderschap zich ontwikkeld heeft voor de mens besef had van een verband tussen seks en voortplanting.
        Daarom zijn er vandaag veel uitstekende sociale vaders maar het is al lang onderzocht en altijd bevestigd: desondanks, kinderen hebben meer te vrezen van hun stiefvaders dan van hun biologische vaders.

      • armand.sermon@skynet.be zegt:

        Daarom dat in sommige groepen de moedersbroer of vadersbroer een belangrijke positie inneemt bij de opvoeding.

      • Dat is zeker juist voor culturen, groepen waar de afstamming in matrilineair lijn ging. Zie mijn recent blog over de Mosuo. Zelfs in het judaïsme is er een overblijfsel van matrilineaire afstamming, terwijl het zeer patriarchaal was; Dat overblijvend element is dat je pas Jood bent als je moeder Joodse is.

Plaats een reactie