De onderdrukking van de vrouw in historisch perspectief. Iran 1.

Vroege vrouwenbeweging in Iran

“De Iraanse Beweging voor Vrouwenrechten is de sociale beweging voor vrouwenrechten van de vrouwen in Iran. De beweging ontstond na de Iraanse constitutionele revolutie in 1910, het jaar waarin het eerste vrouwentijdschrift door vrouwen werd gepubliceerd. De beweging duurde tot 1933, toen de laatste vrouwenvereniging werd ontbonden door de regering van Reza Shah Pahlavi. Zij herrees na de Iraanse Revolutie in 1979.

Tussen 1962 en 1978 behaalde de Iraanse Vrouwenbeweging overwinningen zoals het vrouwenkiesrecht in 1963, een onderdeel van Mohammad Reza Shah’s Witte Revolutie. Vrouwen mochten ook deelnemen aan openbare ambten, en in 1975 zorgde de wet ter bescherming van het gezin voor nieuwe rechten voor vrouwen, waaronder meer rechten op echtscheiding en voogdij en minder polygamie. Sinds de Islamitische Revolutie van 1979 zijn de rechten van vrouwen beperkt en werden verschillende wetten ingesteld, zoals de invoering van verplichte sluiering en een openbaar kledingvoorschrift voor vrouwen. In 2016 was slechts 6% van de Iraanse parlementsleden vrouw, terwijl het wereldwijde gemiddelde ongeveer 23% was.”
(Women’s rights movement in Iran, en.Wikipedia.org)

Foto: Geen enkele van deze Iraanse vrouwen droeg een hoofddoek. Periode: 1923-1933. The board of directors of “Jam’iat e nesvan e vatan-khah“, a women’s rights association in Tehran (1923–1933)

Gigantische achteruitgang na de installatie van het islamistische regime

Alle vrouwen moesten verplicht een hoofddoek dragen die weinig van het gezicht vrijliet. De positie van de man als ‘baas’ van de vrouw werd streng toegepast.  

Vandaag is er in Europa een armada van islamapologeten. Ze zijn in de eerste plaats afkomstig uit de islam zelf maar werden en worden vaak gesteund door Westerse islamofielen.

Nadat Khomeini in 1978 aan de macht kwam ging de positie van de vrouw in Iran razendsnel achteruit.

“Na de Iraanse revolutie in februari 1979 veranderde de status van vrouwen aanzienlijk. De massale deelname van vrouwen aan de revolutie van 1978-79 was deels het gevolg van de mobilisatie-inspanningen van vrouwenorganisaties in de voorafgaande decennia, waaronder de activiteiten tijdens WO1 en die aan het einde van de jaren zestig en zeventig, waarin vrouwen zich bewust waren geworden van hun eigen collectieve politieke macht en begrepen dat vrouwen zich moesten laten gelden. Vrouwen marcheerden ter ondersteuning van een vrijere, meer egalitaire regering. Na verloop van tijd werden sommige rechten die vrouwen onder de Sjah hadden verworven, systematisch afgeschaft door middel van wetgeving, zoals het gedwongen dragen van de hijab, in het bijzonder de chador. Kort na de revolutie waren er geruchten over plannen voor een gedwongen hijab, en afschaffing van sommige vrouwenrechten die beschermd werden door de “Family protection act” die “tegen de Islam” werden geacht. De geruchten werden ontkend door sommige staatsambtenaren en veel vrouwen weigerden het te accepteren. Niet lang daarna werden de geruchten echter bewaarheid.

Een nieuwe familiewet werd nietig verklaard, en sluieren werd verplicht. Farrokhrou Parsa, de eerste vrouw die in het Iraanse kabinet zat, werd geëxecuteerd.[1]

De sluierwet werd beantwoord met protesten van heterogene groepen vrouwen. De demonstraties waren niet gericht op uitbreiding van de vrouwenrechten in Iran, maar simpelweg op behoud van wat ze al hadden verdiend. Er waren drie grote collectieve pogingen om hun bezorgdheid te uiten:

1.            Een vijfdaagse demonstratie die begon op 8 maart 1979.

2.            De conferentie van de eenheid van vrouwen in december 1979

3.            Demonstraties na het decreet van Ayatollah Khomeini om elk symbool of praktijk die herinnert aan het bewind van de Sjah uit te bannen. Een gevolg van dat decreet was de gedwongen hijab.

Deze collectieve pogingen, evenals de kleinere, stuitten niet alleen op verzet van de islamitische conservatieven, maar werden soms beschadigd door de linkse politieke groeperingen, zoals de organisatie van een door de Fedai geplande demonstratie op dezelfde dag als die van de Conferentie van de Eenheid van Vrouwen in december 1979 – ondanks de bovengenoemde pleidooien. In feite hadden de meeste linkse groeperingen geen vastomlijnde visie of plan voor het nastreven van vrouwenrechten. De status van vrouwen, zo werd verondersteld, zou vanzelf verbeteren door de vestiging van een ideale socialistische/communistische samenleving.

Aspecten van de Islamitische wet met betrekking tot vrouwen zijn te zien in de artikelen 20 en 21 van de grondwet van 1979, en twee uitingen van de Islamitische wet zijn nu berucht onder vrouwenrechtenactivisten: steniging en polygamie, om er twee te noemen.

Aan het begin van de Islamitische revolutie werden sommige leiders van de vrouwenrechten in diskrediet gebracht.”

(Women’s rights movement in Iran, en.Wikipedia.org)

De moord van de islamisten op Farrokhroo Parsa

Farrokhrou Parsa (1922-1980), werd vermoord op 8 mei 1980 in Teheran. Ze had zogezegd de nationale schatkist geplunderd en had corruptie en prostitutie verspreid.

Dat haar ouders Zoroastranen waren net als Mahsa Amini, Koerden kan in haar nadeel gespeeld hebben. Haar moeder kwam een eeuw geleden al op voor de gelijkheid van man en vrouw. Haar ouders werden uit Teheran verbannen en haar moeder kreeg huisarrest. Zij studeerde geneeskunde en werd dokter.
Farrokhroo Parsa werd in 1963 in het parlement verkozen toen . Zij ijverde voor stemrecht voor Iraanse vrouwen. Ze werd in 1968 minister van onderwijs, de eerste Iraanse vrouwelijke minister.   

Zij schreef in afwachting van haar terechtstelling een brief aan haar kinderen, waaruit volgend citaat.
“Ik ben dokter, dus ik ben niet bang voor de dood. De dood is slechts een moment en niet meer. Ik ben bereid de dood met open armen te ontvangen in plaats van in schaamte te leven door gedwongen te worden gesluierd te zijn. Ik ga niet buigen voor degenen die verwachten dat ik spijt betuig over vijftig jaar inspanningen voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Ik ben niet bereid de chador te dragen en terug te stappen in de geschiedenis.”

Dr. Marc Vermeersch – marc.vermeersch@gmail.com

Deel 2 van deze blog:
https://marcvermeersch.wordpress.com/2023/04/06/de-onderdrukking-van-de-vrouw-in-historisch-perspectief-iran-2/


Over marc vermeersch

Sedert 2002 werk ik aan een "geschiedenis van de mens". In 2008 verschenen twee boeken over jagers en verzamelaars. in 2012 verscheen het boek van mijn doctoraat. Boek 3 over het ontstaan van landbouw en veeteelt in Zuidwest-Azië verscheen in oktober 2014. De volgende jaren werk ik aan Boek 4 over landbouw en veeteelt in China, Amerika en Nieuw-Guinea.
Dit bericht werd geplaatst in positie van de vrouw en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie