De Dravidische taalfamilie

Dravidisch kaart 2018 groter

Het verspreidingsgebied van de Dravidische taalfamilie. Kurukh is een kleine taak die nog op vijf plaatsen voorkomt waaronder Nepal, Bangladesj en Bhoetan. (Op de kaart staan slechts drie pijlen voor zes gebieden maar er zijn meer gebieden dan deze zes) Kurukh is nauw verwant met Brahui en Malto. Het aantal sprekers van Kurukh neem sterk toe. De meeste sprekers zijn lid van tribale gemeenschappen.   

Dat in Anatolië en op veel andere plaatsen meerdere verschillende talen gesproken werden voor de landbouw er doorbrak moet niet verwonderen. Homo sapiens, jagers en verzamelaars hadden er tienduizenden jaren, minstens 45.000 jaar, meer dan 100.000 jaar als en archaïsche Homo sapiens meetelt, gewoond. Hun talen hadden tienduizenden jaren gehad om te apart te evolueren en apart te evolueren. Men moet ook niet verwachten dat die versplintering eindeloos was. Jagers en verzamelaars waren mobiel. Ze werkten samen in grotere gebieden. Door vele contacten en feesten zagen ze elkaar en konden nieuwe woorden, veranderingen zich over vrij grote gebieden verspreiden. Maar die werking kan niet vergeleken worden met een nieuwe productiewijze als de landbouw, die zich op korte tijd over zeer grote oppervlaktes zou verspreiden. Eénmaal die voltooid was zouden de talen van de eerste boeren zich ook opdelen in vaak een grot aantal talen.
De landbouw ontstond voor het eerst in Zuidwest-Azië en verspreidde zich van daar o.a. naar het Indische subcontinent. Van Zuidoost-Anatolië ging het door Iran naar Pakistan en verder naar Zuid-India, tot in Ceylon. De kans is groot die boeren in b.v. Iran proto-Dravidisch oppikten en dit verspreidden in het Indische subcontinent. Er is geen bewezen verband tussen de Dravidische talen en andere talen uit Zuidwest-Azië als Sumerisch (een islolaattaal, gesproken in Zuid-Mesopotamië, ook de eerste geschreven taal) noch van andere talen.

Verwantschap met Elamitisch?

Sommige onderzoekers zagen een verband met Elamitisch, een taal die gesproken werd aan het noorden van de Perzische Golf, tot voorbij de zeer oude stad Susa. Er is geen aanvaard verband met Dravidisch maar de hypothese is geformuleerd. Elamitisch zou ontstaan zijn in het Zagrosgebergte dat in het noorden aansluit bij Zuidoost-Anatolië, het belangrijkste gebied voor het ontstaan van landbouw en hét gebied waar veeteelt ontstond.[1]

Verwantschap met Urartisch en Hurritisch?

Er werden nog meer niet-Semitische en niet-Indo-Europese talen (de laatste hebben hun oorsprong ten noorden van de Zwarte Zee) zoals Urartisch in Oost-Anatolië, dat nauw verwant is met het Hurritisch. Er is geen bewezen verband tussen Urartisch, Hurritisch en de Dravidische talen.

Begin van de landbouw in het oosten van het Indische subcontinent

In Mehrgarh, Pakistan, werd de landbouw aan het einde van het 8ste millennium, ten laatste in het 7de millennium VOT (Voor onze tijd) ingevoerd. “De landbouw, vrij snel gevolgd door veeteelt, kwam hieraan met het pakket gewassen dat in Zuidwest-Azië gedomesticeerd was vanaf het PPNB, aan het einde van het 8ste millennium, ten laatste in het 7de millennium VOT. Tussen Zuidwest-Azië naar Indië was er geen scherpe ecologische grens. De landschappen bestonden er ook uit bergen, vruchtbare valleien, plateaus. Half-woestijnen en woestijnen werden vermeden. De eerste Indische boeren teelden tarwe en gerst.” (…) Het neolithicum in Zuidwest-Azië was ontstaan lang voor men er potten bakte. De oudste verspreiding van de landbouw was dan ook zonder de kennis noodzakelijk om potten te kunnen bakken.  en “In de onderste lagen van de oudste sites vindt men geen resten van potten. Landbouw op PPNB-niveau kende nog geen potten, die zouden ook in Indië later gebruikt worden.” (714 Peter Bellwood, 2005, op. cit., p .86 e.v. ) (Beide citaten uit : Marc Vermeersch. De geschiedenis van de mens. Deel II. Landbouwers en veetelers. Boek 3, Het ontstaan van landbouw en veeteelt in Zuidwest-Azië en de verspreiding er van naar Europa, West-Azië en Afrika, p. 329.)

Talen vóór het Dravidisch

Southworth trof woorden aan die geen Dravidisch noch oud Indo-Arisch waren[2]. Ze zouden kunnen van een uitgestorven substraat afkomstig zijn, van een taal of talen die in Zuid-India gesproken werden voor Dravidisch.

Was de taal van de Indusbeschaving een Dravidische taal?

De Harappataal was de taal van de Indusbeschaving, tussen 2800 en 1800 VOT. Het was een geschreven taal die nog niet of niet helemaal ontcijferd is. In 1964 hadden een Fins en een Sovjetteam onafhankelijk van elkaar een analyse van het Indusschrift gemaakt en ze waren beiden tot het besluit gekomen dat het een Dravidische taal was. Asko Parpola de leider van het Finse team claimt sedert 1994 dat hij het schrift minstens gedeeltelijk ontcijferd heeft.[3]

Dravidisch

“Dravidisch is één van de grote taalgroepen in de wereld die zou kunnen verspreid geweest zijn in het Indische subcontinent samen met de verspreiding van landbouw en veeteelt. Er zijn ongeveer 85 Dravidische talen en 217 miljoen sprekers. Dravidisch wordt voornamelijk gesproken in het zuiden van de republiek India. In het noordoosten van India hebben de gebieden waar Dravidisch gesproken wordt een eilandkarakter. Er is in het grensgebied van Pakistan, Iran en Afghanistan ook een Dravidische taal, Brahui, die in een gebied met een doorsnede van honderden kilometers gesproken wordt. Vandaag zijn er 2,2 miljoen Brahuisprekers. Het is een isolaat, 1500 km verwijderd van de dichtstbijzijnde Dravidische taal. Slechts 15% van de woordenschat van het Brahui is Dravidisch wat wijst op een langdurig contact en invloed van omringende volkeren en hun talen. (…)

Er is een tweede these die het bestaan van een Dravidische taal in Pakistan enzovoort kan verklaren. Brahuisprekers wonen in berggebieden, ideaal voor taalisolaten. Zij zouden hun taal kunnen behouden hebben in hun bergachtig gebied, ook toen ze millennia later, omringd waren door Indo-Iraanse volkeren. De verwantschap van Brahui met andere Noord-Dravidisch talen wijst eveneens in de richting van een isolaat. Talen die geconfronteerd worden met nieuwere talen, talen van machthebbers, dragers van nieuwere en betere technieken overleven meestal niet tenzij in geïsoleerde gebieden: het regenwoud, berggebieden en eilanden.(715) Op Ceylon wordt Tamil, een Dravidische taal, gesproken maar die werd vrij recent door Tamilezen die uit Zuid-India kwamen en zich op Ceylon vestigden, ingevoerd.”

(Citaat uit Marc Vermeersch. De geschiedenis van de mens. Deel II. Landbouwers en veetelers. Boek 3, Het ontstaan van landbouw en veeteelt in Zuidwest-Azië en de verspreiding er van naar Europa, West-Azië en Afrika, p. 345-346.)

Nieuw onderzoek

In een nieuwe studie naar de beginfase van Dravidisch onderzochten verschillende onderzoekers waaronder Vishnupriya Kolipakam, Fiona M. Jordan en Michael Dunn van het Evolutionary Processes in Language and Culture, Max Planck Institute for Psycholinguistics in Nijmegen en anderen.  Onderzoekers maakten ter plaatse om opnamen te maken bij sprekers van een Dravidische taal. Hun resultaat geeft aan dat Dravidisch ongeveer 4500 jaar oud is. (MV) Deze ouderdom kan enkel als benaderend beschouwd worden. Taalkundig onderzoek kan nooit zo precies zijn als archeologisch onderzoek waar sommige methodes als de dendrochronologie (gebaseerd op de aarringen van bomen) absolute datums opleveren. De kans is groot dat proto-Dravidisch samen metde verspreiding van landbouw uit ZW-Azië kwam. Maar het kan ook de taal geweest zijn van een tweede of derde golf die met nieuwe technieken (b.v. potten, nieuwe planten enz.) naar het oosten uitbreidden.

De studie toonde ook aan dat alle Dravidische talen beïnvloed werden door andere taalfamilies, zoals Indo-Arisch en Munda (een uit het oosten komende Austronesisiche taalfamilie) én deze op hun beurt beïnvloedden.

Dravidisch wordt tot vandaag gesproken in Iran, Pakistan, Noord-Indië, Nepal en op Ceylon. Een aantal Dravidische talen heeft veel sprekers: Malayalam, 33 miljoen sprekers, Kannada, 38 miljoen sprekers, Tamil, 61 miljoen sprekers, and Telugu, 74 miljoen sprekers. Dravidisch beïnvloedde het Sanskriet, de oude taal van de Indo-Arische veroveraars vanaf 1750-250 VOT. 2.

Dravidisch stamboom ouderdom

Eén van de mogelijke stambomen van Dravidisch. Voor andere mogelijke stambomen: zie artikel.

 

Bron:   Vishnupriya Kolipakam, Fiona M. Jordan, Michael Dunn, Simon J. Greenhill, Remco Bouckaert, Russell D. Gray, Annemarie Verkerk,  A Bayesian phylogenetic study of the Dravidian language family, ROYAL SOCIETY OPEN SCIENCE, Published 21 March 2018.

Samenvatting artikel 

The Dravidian language family consists of about 80 varieties (Hammarström H. 2016 Glottolog 2.7) spoken by 220 million people across southern and central India and surrounding countries (Steever SB. 1998 In The Dravidian languages (ed. SB Steever), pp. 1–39: 1). Neither the geographical origin of the Dravidian language homeland nor its exact dispersal through time are known. The history of these languages is crucial for understanding prehistory in Eurasia, because despite their current restricted range, these languages played a significant role in influencing other language groups including Indo-Aryan (Indo-European) and Munda (Austroasiatic) speakers. Here, we report the results of a Bayesian phylogenetic analysis of cognate-coded lexical data, elicited first hand from native speakers, to investigate the subgrouping of the Dravidian language family, and provide dates for the major points of diversification. Our results indicate that the Dravidian language family is approximately 4500 years old, a finding that corresponds well with earlier linguistic and archaeological studies. The main branches of the Dravidian language family (North, Central, South I, South II) are recovered, although the placement of languages within these main branches diverges from previous classifications.We find considerable uncertainty with regard to the relationships between the main branches.

[1] In den 1970er Jahren griff der amerikanische Forscher David W. McAlpin diese Theorie wieder auf und veröffentlichte 1981 eine Monografie, in der er für sich beanspruchte, die elamisch-dravidische Verwandtschaft nachgewiesen zu haben.[19] Die elamisch-dravidische Hypothese beruht zum einen auf strukturellen Ähnlichkeiten (beide Sprachen sind agglutinativ und weisen Parallelen in der Syntax auf), zum anderen wies McAlpin auf eine Reihe ähnlich lautender Suffixe hin und stellte 81 elamisch-dravidische Wortgleichungen auf. Nach McAlpins Hypothese gehörten Elamisch und Dravidisch zu einer gemeinsamen Sprachfamilie, die man nach ihrer angenommenen Urheimat im Zagros-Gebirge auch „zagrosisch“ nennt, und hätten sich zwischen 5500 und 3000 v. Chr. voneinander getrennt.
Aus Sicht der meisten anderen Forscher sind aber McAlpins Belege nicht ausreichend genug, um eine genetische Verwandtschaft nachzuweisen. Zvelebil 1991 spricht von einer „attraktiven Hypothese“, für die es viele Anhaltspunkte aber keinen Beweis gebe.[20] Steever 1998 hält McAlpins These für zweifelhaft.[21] “ uit: https://de.wikipedia.org/wiki/Dravidische_Sprachen

[2] Southworth FC, . 2005, Linguistic archaeology of South Asia. London, UK: Routledge, p. 89-90.

[3] Zie https://de.wikipedia.org/wiki/Dravidische_Sprachen

Over marc vermeersch

Sedert 2002 werk ik aan een "geschiedenis van de mens". In 2008 verschenen twee boeken over jagers en verzamelaars. in 2012 verscheen het boek van mijn doctoraat. Boek 3 over het ontstaan van landbouw en veeteelt in Zuidwest-Azië verscheen in oktober 2014. De volgende jaren werk ik aan Boek 4 over landbouw en veeteelt in China, Amerika en Nieuw-Guinea.
Dit bericht werd geplaatst in Dravidisch, Indië, taal, Uncategorized en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie