De verklaring van offers en mensenoffers (6)

Mensenoffer in Tahiti in 1773, bijgewoond door James Cook

Mensenoffer in Tahiti in 1773, bijgewoond door James Cook

De redenen van offers en mensenoffers

Het offer kwam of komt wereldwijd voor in alle religies. Daar kunnen we uit afleiden dat het  in Afrika moet bestaan hebben voor Homo sapiens zich uit het moedercontinent verspreidde. Het offer is veel ouder dan het mensenoffer. Hoe kwamen mensen tienduizenden jaren geleden er toe om offers te brengen om iets te bekomen en waarom werden in boerenmaatschappijen mensen geofferd?

Het offer is een ruil

Wat is een offer? Een offer is een wederzijdse gift.[1] In wezen is een offer een ruil tussen twee partijen, een (groep) mens(en) vraagt aan een bovennatuurlijke entiteit iets en verwacht en/of vraagt daarvoor iets in ruil. “Het achterliggende principe wordt wel aangeduid met de Latijnse woorden do ut des, ‘ik geef zodat u (iets terug) geeft’ ”
De ruil kwam wereldwijd voor, zowel bij jagers en verzamelaars als bij boeren. Sommige Australische aboriginals verzamelden b.v. zeevruchten en ruilden die voor kangoeroevlees met andere Australiërs.[2] Zij, maar ook alle andere jagers en verzamelaars,  ruilden onderling vrouwen. Een clan die een vrouw uithuwelijkte verwachtte dat de andere clan ook een vrouw afstond. Als dat niet direct kon gebeuren dan onthield men dat men een vrouw te goed had. De ruil was iets wat alle clans deden en zeer wenselijk achtten.
Het ruilprincipe was dat men iets gaf om iets terug te krijgen.
Die praktijk weerspiegelde zich in de religie. De oudste religie van de mensheid is de vooroudercultus. Mensen geloofden om verschillende redenen dat hun dode verwanten op een bepaalde manier bleven bestaan, ook al hadden ze hun lichaam laten ontvlezen en hadden ze de botten bewaard. Ze waren er van overtuigd dat hun voorouders hen beschermden tegen vijanden en onheil. Dat ze door met hen te spreken (de oorsprong van het gebed) hen een goede jacht, overvloedig voedsel enzovoort konden vragen. Het was voor hen normaal dat ze hun vragen aanzagen als een wederzijdse ruil.
Jagers en verzamelaars offerden. Australiërs lieten vaak hun bloed vloeien, bij b.v. initiaties, totemplechtigheden, begrafenissen. Dit type offer was ook een vorm van ruil maar dan één tussen levende mensen en dode voorouders. Boeren slachtten bijvoorbeeld een varken voor de voorouders en vroegen hen (in ruil) een goede oogst. De levenden zagen en ervaarden dit als een ruil tussen mensen. Het was normaal dat de voorouders iets teruggaven voor het offer dat ze hen schonken. (Het varken in het voorbeeld aten ze zelf op, veel waren ze niet kwijt.)
Een offer was een ruil tussen levende mensen en hun dode voorouders, waarvan men geloofde dat hun zielen nog rond zwierven.

Wat is een mensenoffer?

Het mensenoffer is een bijzondere, een extreme vorm van een offer, waarbij een mens gedood wordt om van een bovennatuurlijke entiteit iets ye bekomen. Het blijft een ruil.  Mensen ritueel offeren was bij jagers en verzamelaars op een uitzondering na onbekend.[3] Vijanden doden was daarentegen schering en inslag.
In landbouwmaatschappijen offerde men gewassen, objecten, dieren maar ook mensen aan voorouders/goden. Men geloofde dat deze offers de groei van planten en dieren bevorderden, immuun maakten voor ziektes, insectenplagen enzovoort.
Hoe kwamen boeren er toe om ook mensenoffers te brengen? Een eerste punt dat grondig veranderde was de verhouding van de mens tegenover dieren. Jagers en verzamelaars hadden als doel wilde dieren te doden, niet levend te vangen. Dit zou niet alleen vaak onmogelijk en/of gevaarlijk geweest zijn, dieren de kans gegeven hebben te ontsnappen, het zou  toch geëindigd zijn in het doden van de gevangen dieren  Dieren offeren was onmogelijk.
Boeren daarentegen hadden complete controle over gedomesticeerde dieren die ze regelmatig slachtten en op aten. Elk voorjaar werden nieuwe jongen geboren waarvan een deel een paar maanden later kon geslacht worden. Het was voor veetelers niet moeilijk om bij de slachting van een dier een wens te uiten (een gebed) en zo een offer te brengen aan een voorouder.  Zo kreeg het dierenoffook een religieuze betekenis. De stap was dus niet groot, het offer lag in het verlengde van wat jagers en verzamelaars minstens tienduizenden of honderdduizenden jaren hadden gedaan: het was een ruil tussen mens en voorouder, een ruil tussen mensen. Men at zo goed als altijd het geofferde dier op, niets ging dus verloren.[4]
Er was nog aan ander belangrijk verschil tussen maatschappijen van jagers en verzamelaars en van boeren. Het weer had in beide maatschappijen een zeer belangrijke invloed op de beschikbare planten en dieren.

Psychologische aspecten van afhankelijkheid van de natuur
Boeren in vergelijking met jagers en verzamelaars

Jagers en verzamelaars werden even goed getroffen door de jaarlijkse variaties in de natuur. Goede, middelmatige en slechte jaren wisselden elkaar af. Er was veel, normaal of weinig voedsel voorhanden. Een slechte situatie was voor jagers en verzamelaars pyschologisch gemakkelijker te harden. Ze leefden in gebieden die vaak honderden vierkante  kilometers groot waren. Dat kon op zichzelf al voldoende variatie bieden om nog binnen hun gebied voldoende voedsel te vinden.  Zij konden uitwijken en in enkele dagen gemakkelijk honderd kilometer of meer afleggen om in een ander gebied voedsel te vinden. Zij hadden totemistische netwerken. Leden van dezelfde totem waren elkaar hulp verschuldigd wat juist in slechte jaren noden lenigde. De manier van leven van jagers en verzamelaars bood hen op zich dus wat meer mogelijkheden om in katastrofale jaren aan de hardste gevolgen te ontsnappen.
Psychologisch speelt nog een anders aspect:
Boeren hadden veel meer het gevoel had onmachtig te zijn tegenover het weer en de wisselende opbrengsten van landbouw en veeteelt dan jagers en verzamelaars.  Elk jaar kon een catastrofe meebrengen: het was te droog, te nat, te lang vorst, er waren insectenplagen enzovoort.[5] Een van de mogelijke catastrofes was dat het bijvoorbeeld hard begon te regenen enkele weken voor de oogst. Dit kon als gevolg hebben dat de graanoogst voor een deel vernietigd werd. De psychologische druk was dan enorm. Elke dag zagen boeren de ramp een beetje meer vorm krijgen. Zij wisten ook zeer goed dat hen een zware winter te wachten stond: minder graan is minder brood, is honger. Van de magere oogst moest men voldoende graan reserveren om de volgende lente opnieuw te kunnen zaaien. Men zou natuurlijk in de omgeving van de kleine boerendorpen op zoek gaan naar noten en ander plantaardig voedsel dat men normaal versmaadde. De huisdieren zouden eventueel in bossen en heides zelf voedsel zoeken. Omdat men minder graan had zou men meer dieren moeten slachten. Men zou ook meer jagen maar de opbregst van de jacht zou het mislukken van de graanoogst in katastrofale jaren niet goed maken.

Boeren mochten er daarbij niet aan denken dat de volgende oogst ook zou mislukken. Want dat betekende nog meer ondervoeding. Deze werd vaak gevolgd door verdere verzwakking, ziektes en de dood. Het perspectief dat de oogst zou mislukken, werkelijk mislukte, was een vorm van psychologische terreur.
Het is eigen aan de mens dat hij voor zijn problemen een oplossing zoekt.Het onder controle houden van de omstandigheden van zijn bestaan was altijd een hoofdbekommernis.[6]
Zelfs in de beste omstandigheden (vrije en vruchtbare gronden, nieuwe technieken en gewassen) was het een kwestie van tijd voor de grens bereikt werd waar meer mensen het met minder voedsel moesten doen. Waarschijnlijk was een van de ondraaglijkste aspecten voor mensen de onzekerheid die landbouw meebrengt. Het is niet toevallig dat men mensenoffers bracht en zelfs kinderen offerde. Hun tranen moesten regen brengen, essentieel voor elke landbouw.
Hoe wreed het ook is, het (mensen)offer past volledig in het kader van de mens die zijn lot, zijn omgeving wil controleren. Hij geeft/offert om meer terug te krijgen, een ruil.

Van offer tot mensenoffer

De mensen die in landbouwmaatschappijen wereldwijd mensenoffers brachten waren genetisch niet anders dan wij. Welke redeneringen zij maakten, kan men afleiden uit hun offerpraktijken.
Hun hoofdbekommernis was de zekerheid dat hun gemeenschap voldoende voedsel zou hebben, dat ze welvarend zou zijn. Zij dachten net als jagers en verzamelaars dat zij hun leven, hun omgeving konden controleren. Zij wilden door hun offers (niet enkel mensenoffers) zeker zijn dat ze geen misoogsten zouden hebben. Het offer is dus in die zin, als vorm van investering en als gedachte op zich rationeel.
Buitengewoon wreed maar rationeel: er werd iets gegeven, geruild, geofferd om iets terug te krijgen. Men kan het vergelijken met een verzekeringspremie of deelname aan de loterij. Daar maken vaste spelers ook niet de bedenking dat ze de vorige keer niet gewonnen hebben als ze nog eens deelnemen. Soms won men, was de oogst goed, enzovoort.
Wij weten dat het offer geen invloed kon hebben op b.v. de weersomstandigheden, dat hun offers in die zin nutteloos waren. Landbouwers zagen dit anders. Hun offers hadden in goede jaren resultaten. In slechte jaren was dat niet zo maar toch leidde dit niet tot het opgeven van offers. De boer was selectief in zijn beoordeling. Was de oogst goed dan was dit dank zij de offers. Als de oogst slecht was dan was er een andere uitleg mogelijk: er waren boze geesten, slechte goden tussengekomen, het offer was te klein geweest, de rituelen waren niet op de juiste manier uitgevoerd. Het lag niet aan het offer zelf maar aan de manier van uitvoering door de mens. Als de rituelen niet op de juiste manier uitgevoerd werden dan was dit eenvoudig op te lossen: men voerde ze de volgende keer preciezer uit. Als het offer te klein was dan moest men de offergaven vergroten of verbeteren. Als men eenmaal die redenering volgde moet men uitgekomen zijn bij het offeren van mensen, inclusief eigen kinderen, bijvoorbeeld eerstgeborenen. In het programma van Annemie Struyf op de VRT, 19 maart 2015 kwamen hedendaagse mensenoffers, van kinderen in Oeganda aan bod. Eén van de geïnterviewd Oegandezen legde de redenering uit om van een kip of geit tot een kind te komen. “Als het offeren van een kip of een geit niet tot het gewenste resultaat leidt, is er in Oeganda een ‘groter’ offer nodig.”  Dit valt ook binnen het kader van de ruil tussen mensen. Indien een ruil van drie kippen voor een geit niet aanvaard wordt dan kan een groter bod, vier kippen voor een geit misschien wel aanvaard worden.

Deze manier van denken leidde op meerdere plaatsen in de wereld los van elkaar tot hetzelfde resultaat: in de culturen van Zuidwest-Azië, Europa (die dit misschien overnamen van de vorige), China, Indië en Midden- en Zuid-Amerika.[7] Alhoewel een mensenoffer in landbouwmaatschappijen nieuw was, was het doden van vijanden,  krijgsgevangenen en infanticide bij nieuwgeborenen in de meeste maatschappijen een courant voorkomende praktijk.

Mensenoffers kwamen dus niet helemaal uit het niets. Ze waren een combinatie van geweld en wreedheid die in maatschappijen van jagers en verzamelaars en de eerste boeren voorkwamen, de toegenomen afhankelijkheid van de weersomstandigheden en het verlangen om door offers de oogst van planten en de veeteelt te controleren.
Het offer had los van het resultaat dat het de boeren motiveerde en stimuleerde ook het werken voor een goed resultaat.
Daarom werd bij de Azteken, die op hun militair hoogtepunt stonden toen de Spanjaarden arriveerden, steeds meer mensen geofferd. Dit gebeurde op een achtergrond van een bevolking die zeer sterk gestegen was.
Hun tuinbouwmethodes waren weliswaar buitengewoon productief. Rond Mexico kon men tot zeven keer oogsten per jaar. De vazalstaten moesten veel producten waaronder voedsel leveren.
Een maatschappij als die van de Azteken kan men een prachtige beschaving noemen als men kijkt naar de gebouwen en de kunstvoorwerpen maar als het op mensenoffers aankwam en wreedheden in oorlogen dan stonden zij onderaan de ladder van menselijke beschaving. Van Europa tot in China verdwenen met het vooruitgaan van de beschaving mensenoffers tot ze uiteindelijk verboden werden. Net als men de graad van beschaving kan meten aan de positie van de vrouw kan men ze ook meten aan de behandeling van gevangenen en vijanden en het al dan niet brengen van mensenoffers..

Toch is de met de vaststelling dat de Azteken barbaren waren niet alles gezegd. In andere culturen, bijvoorbeeld bij de Inca’s, waren mensenoffers veel beperkter in omvang maar ze kwamen er ook voor. Ook bij Kelten, Indiërs en Chinezen was het aantal mensen dat werd geofferd eerder beperkt.  De logica achter deze offers leert ons iets over de mensheid in haar geheel.

Samengevat
Waarom brachten mensen offers en mensenoffers? Het offer is een handeling die parallel is aan de ruil tussen mensen. Het mensenoffer is een extreme vorm van het offer. Beide hebben als doel de voedselvoorziening en uiteindelijk de reproductie van de menselijke maatschappij te verzekeren.
Offers en mensenoffers tonen aan dat het menselijk denken dat de soort een succesvolle reproductie gaf niet vrij was van uiters negatiev aspecten. Soortgenoten vermoorden/offeren is het tegendeel van een succesvole reproductie van de eigen soort. Het menselijk denken is zo’niet sterke factor dat het regelmatig ontaardt. Bij religie, maar niet alleen bij religie, ook bij niet-religieuze ideologische stromingen is het vermoorden van vijanden, zijn genocides vaak voorkomende verschijnselen. Mensenoffers worde gelukkig sedert lang niet meer georganiseerd en uitgevoerd door staten. Die vooruitgang kon de mensheid boeken.

Dr. Marc Vermeersch   Marc.Vermeersch@gmail.com

Epiloog

Mensenoffers bestaan ook vandaag nog, voornamelijk is Afrika. ANP berichtte in 2009: “Indiase boer offert 10-jarige kleindochter

28-04-2009 08:46

NEW DELHI (ANP) – Een boer uit India heeft zijn 10 jaar oude kleindochter onthoofd. Hij was ervan overtuigd dat hij een goede oogst zou krijgen, als hij de zaden die hij wilde zaaien zou mengen met het bloed van het meisje. Dat meldden Indiase media maandag. De moord vond zondag plaats in een plattelandsdorpje in de staat Orissa, in het oosten van India. Met een bijl onthoofdde de boer het meisje in zijn huis.”

Dit feit bevestigt dat de kern van religie en van mensenoffers bij de mens altijd draait rond het iets verkrijgen van de god(en) in ruil voor -uiteindelijk- materiële zaken. In november 2010 werden in India elf mensen opgepakt wegens het ritueel offeren van kinderen.

 

Lees ook op deze blog over religie:
De oorsprong van ideologie en religie
Mensenoffers in vroege landbouwstaten (1) oudste voorbeelden
Mensenoffers in vroege landbouwstaten (2) Europa, China en de Inca’s
Mensenoffers in vroege landbouwstaten (3) Maya’s en Azteken
Mensenoffers in vroege landbouwstaten (4) Jezus
Binnenkort: Mensenoffers (5) vrijwillige mensenoffers
Mensenoffers (6) verklaring en redenen
Bonjour Congo. Vooroudercultus in Kongo.

[1] Volgens van Dale is een offer : “(een) gave die men aan een of de godheid toewijdt.” Deze omschrijving voldoet niet. Het offer is in wezen altijd een wederzijdse gift, een ruil ook al is het met een denkbeeldige entiteit.[2] In Boek 2 staan talrijke voorbeelden van ruil, dus handel, bij jagers en verzamelaars, zie … ?? Boek 2, p.110 over handel bij de Australiërs.
[3] Er was één uitzondering op die regel: aan de noordwestkust van Amerika offerden de slavenhouders slaven. Een vraag is of deze zalmvissers, waar een minderheid slaven had, economisch niet moet gelijk gesteld worden bij de landbouwmaatschappijen vanwege hun hoge productiviteit.
[4] In maatschappijen die het zich konden veroorloven zou mens soms een deel van een dier of heel het dier verbranden. In meer ontwikkelde maatschappijen kon het naar priesters gaan maar dat is een ander verhaal.
[5] Dat mensen onzekerheid ondraaglijk vinden kan men vandaag vaststellen bij dodelijke ziektes, dreigende afdankingen enzovoort.
[6]Marc Vermeersch, De geschiedenis van de mens. Deel I, Jagers en verzamelaars. Boek 2, de maatschappij van -jagers en verzamelaars,p.  ??
[7]Mensen denken vaak spontaan in een dergelijke richting. Als b.v. een commerciële brochure geen resultaat gaf dan ligt het bij een eerste analyse vaak aan de opmaak, het lettertype, de slecht gekozen lettertype enzovoort.

Over marc vermeersch

Sedert 2002 werk ik aan een "geschiedenis van de mens". In 2008 verschenen twee boeken over jagers en verzamelaars. in 2012 verscheen het boek van mijn doctoraat. Boek 3 over het ontstaan van landbouw en veeteelt in Zuidwest-Azië verscheen in oktober 2014. De volgende jaren werk ik aan Boek 4 over landbouw en veeteelt in China, Amerika en Nieuw-Guinea.
Dit bericht werd geplaatst in geweld, ideologie, mensenoffers, religie en getagged met . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie